Onze redactie ging voor onze lezers eens proeven van de Congolese dans. Conclusie: intensief en vrij vermoeiend. Een voorproefje:
vrijdag, april 20, 2007
Café au lait
"Een plaats creëren waar blanke en zwarte mensen elkaar kunnen ontmoeten." Dat was het opzet van uitbater Herman toen hij in 1995 met Café au lait begon. Dat idee heeft hem zeker geen windeieren gelegd. Café au lait is uitgegroeid tot een kleurrijk en funky café.
De inrichting doet denken aan een loungebar, de lange banken en soulachtige muziek maken van het café de ideale plaats om te chillen met vrienden. Herman is van Congolese afkomst en dat merk je aan de Afrikaanse maskers en tekeningen op de muur. In combinatie met oranje spots zorgen die voor een warme atmosfeer.
Elke week krijgen verschillende dj’s de kans om hun kunsten te tonen. De muziek gaat van afro breaks tot disco als het maar soulfull is. Meestal houden ze het in Café au lait redelijk rustig maar om de drie maanden organiseren ze een knallend feestje in een Antwerpse club als Stereo Sushi of Café Capital.
Op een vrijdag- of zaterdagavond is het in Café au lait koppen lopen. Het café is dan gevuld met mensen van alle kleuren en leeftijden die zich te goed doen aan lekkere cocktails of gewoon een frisse pint.
De combinatie van de originele design, kleurrijke mensen en funky muziek geeft dit café een uniek karakter.
Binnenkort kan je op deze site foto's verwachten van Café au lait, kan je echt niet wachten? ga dan zelf de sfeer opsnuiven!
Café au lait bevindt zich niet ver van de grote Markt in Antwerpen. (oude beurs 8)
Voor meer informatie over feestjes e.d. surf naar de website www.cafe-au-lait.be
De inrichting doet denken aan een loungebar, de lange banken en soulachtige muziek maken van het café de ideale plaats om te chillen met vrienden. Herman is van Congolese afkomst en dat merk je aan de Afrikaanse maskers en tekeningen op de muur. In combinatie met oranje spots zorgen die voor een warme atmosfeer.
Elke week krijgen verschillende dj’s de kans om hun kunsten te tonen. De muziek gaat van afro breaks tot disco als het maar soulfull is. Meestal houden ze het in Café au lait redelijk rustig maar om de drie maanden organiseren ze een knallend feestje in een Antwerpse club als Stereo Sushi of Café Capital.
Op een vrijdag- of zaterdagavond is het in Café au lait koppen lopen. Het café is dan gevuld met mensen van alle kleuren en leeftijden die zich te goed doen aan lekkere cocktails of gewoon een frisse pint.
De combinatie van de originele design, kleurrijke mensen en funky muziek geeft dit café een uniek karakter.
Binnenkort kan je op deze site foto's verwachten van Café au lait, kan je echt niet wachten? ga dan zelf de sfeer opsnuiven!
Café au lait bevindt zich niet ver van de grote Markt in Antwerpen. (oude beurs 8)
Voor meer informatie over feestjes e.d. surf naar de website www.cafe-au-lait.be
Reportage: Matonge leeft
Vroeg in de ochtend weerklinkt al luide hiphopmuziek door de wijd openstaande deur van een café. Ook aan de overkant, bij kapper John, worden er al luidop klanten ontvangen. Matonge ontwaakt.
Congo heeft zijn plaatsje veroverd in het hartje van Brussel. Vanaf de Naamse poort waan je jezelf in Afrika. Van het ene moment op het andere, word je meteen ondergedompeld in een heel andere cultuur. De uitdrukking “het ziet er zwart van het volk” mag men hier wel letterlijk nemen. Maar het wordt je meteen duidelijk dat Matonge bruist van de energie.
Even ben je weg van alle miserie en stress. In Matonge kom je immers uitsluitend goedgeluimde mensen tegen. Een glimlach vormt hier de standaard. Het vrolijke en uitbundige van Afrika is hier duidelijk merkbaar.
Congolees shoppen
Matonge barst onder het aantal winkels. Overal vind je kruideniers, souvenirwinkels, kapsalons en cafés. De wijk dankt zijn naam niet voor niets aan de handelswijk van Kinshasa, die dezelfde naam draagt.
Authentieke souvenirs, echte Afrikaanse ingrediënten, typische Afrikaanse gerechten als moambe of yassa, alle Congolese recepten voor een goed leven vindt men hier terug. Maar wat ons vooral opvalt, is de grote hoeveelheid aan kapsalons.
Elk kapsalon in Matonge is druk bevolkt. Overal zitten mensen in de kapperstoelen om hun haar te laten doen. Het lijkt wel of ze niets anders te doen hebben. Vriendelijk word je uitgenodigd om het ook eens te laten proberen. Maar dan zoeken wij eerder onze toevlucht in de tientallen winkels met pruiken.
Het eigen ‘winkelcentrum’ vormt de kern van Matonge. De Galerijen van Elsene bevatten tal van authentieke winkeltjes, die zeker de moeite waard zijn. Binnen in de galerij heb je enkele leuke cafés waar je Tembo-bier of palmwijn kunt drinken, typische drankjes uit Congo. Wanneer we terug naar buiten gaan en iets gaan drinken in ‘Soleil d’Afrique’, zien we dansende mensen en horen we luide Afrikaanse muziek. Zo geniet men het zonnige gevoel van Afrika en Congo.
Een hele dag stappen in Matonge, onze maag begint ervan te knorren. ‘Aux Délices Tropicales’ is alvast een typisch Afrikaans restaurant waar men in een mooi decor kan genieten van een uitstekende maaltijd. Goedkoop is het allemaal niet, maar zo’n maaltijd krijg je niet elke dag voorgeschoteld.
Met een volle maag zijn we klaar om te vertrekken uit Matonge. Met spijt in ons hart, want het is een ervaring om nooit te vergeten. Deze wijk leert je zeker iets over Congo en Afrika in geuren en kleuren.
Congo heeft zijn plaatsje veroverd in het hartje van Brussel. Vanaf de Naamse poort waan je jezelf in Afrika. Van het ene moment op het andere, word je meteen ondergedompeld in een heel andere cultuur. De uitdrukking “het ziet er zwart van het volk” mag men hier wel letterlijk nemen. Maar het wordt je meteen duidelijk dat Matonge bruist van de energie.
Even ben je weg van alle miserie en stress. In Matonge kom je immers uitsluitend goedgeluimde mensen tegen. Een glimlach vormt hier de standaard. Het vrolijke en uitbundige van Afrika is hier duidelijk merkbaar.
Congolees shoppen
Matonge barst onder het aantal winkels. Overal vind je kruideniers, souvenirwinkels, kapsalons en cafés. De wijk dankt zijn naam niet voor niets aan de handelswijk van Kinshasa, die dezelfde naam draagt.
Authentieke souvenirs, echte Afrikaanse ingrediënten, typische Afrikaanse gerechten als moambe of yassa, alle Congolese recepten voor een goed leven vindt men hier terug. Maar wat ons vooral opvalt, is de grote hoeveelheid aan kapsalons.
Elk kapsalon in Matonge is druk bevolkt. Overal zitten mensen in de kapperstoelen om hun haar te laten doen. Het lijkt wel of ze niets anders te doen hebben. Vriendelijk word je uitgenodigd om het ook eens te laten proberen. Maar dan zoeken wij eerder onze toevlucht in de tientallen winkels met pruiken.
Het eigen ‘winkelcentrum’ vormt de kern van Matonge. De Galerijen van Elsene bevatten tal van authentieke winkeltjes, die zeker de moeite waard zijn. Binnen in de galerij heb je enkele leuke cafés waar je Tembo-bier of palmwijn kunt drinken, typische drankjes uit Congo. Wanneer we terug naar buiten gaan en iets gaan drinken in ‘Soleil d’Afrique’, zien we dansende mensen en horen we luide Afrikaanse muziek. Zo geniet men het zonnige gevoel van Afrika en Congo.
Een hele dag stappen in Matonge, onze maag begint ervan te knorren. ‘Aux Délices Tropicales’ is alvast een typisch Afrikaans restaurant waar men in een mooi decor kan genieten van een uitstekende maaltijd. Goedkoop is het allemaal niet, maar zo’n maaltijd krijg je niet elke dag voorgeschoteld.
Met een volle maag zijn we klaar om te vertrekken uit Matonge. Met spijt in ons hart, want het is een ervaring om nooit te vergeten. Deze wijk leert je zeker iets over Congo en Afrika in geuren en kleuren.
human interest

Leki is niet meer weg te slaan van radio en tv. Onlangs nog begon ze een nieuw programma op Jim, 411 Magazine, en haar laatste plaat Warrior Girl is een groot succes. Maar wie kent het echte verhaal van Karoline Kamosi? Wat schuilt er achter de artiest? Het verhaal van een lange reis van Centraal-Afrika naar Europa.
Karoline werd geboren in de Democratische Republiek Congo, die op dat moment nog gewoon Zaïre heette. Haar moeder was Belgische, haar vader een echte Congolees.
"Met mijn moeder sprak ik Nederlands, met mijn vader Frans en toen we naar Kenia verhuisden, kwam ik op een Engelstalige school terecht. Ik ben dus opgegroeid met drie verschillende talen."
Naast Frans wordt er in Congo vooral Lingala gesproken. "Ik ken enkele woordjes in het Lingala, maar durf ze amper uitspreken. Ik heb naar het schijnt een afschuwelijk accent. Er zijn trouwens 261 verschillende dialecten, ze zouden mij bijna nergens verstaan. Mijn vriend bijvoorbeeld, die uit het westen van Congo komt, spreekt Swahili. Dat vind ik eigenlijk een veel mooiere en rijkere taal."
Op haar zesde kwam Karoline in België terecht, in Antwerpen meer bepaald. Dat was een hele aanpassing. “Zowel in Congo als in Kenia kwamen we niks tekort. We hadden een prachtig huis en een grote tuin met alles erop en eraan. Mijn vader had daar heel hard voor gewerkt. In België woonden we in een appartement. Ik mocht ook niet meer buitenspelen van mijn moeder, dat vond ze te gevaarlijk. Gelukkig keerden we af en toe terug naar Afrika, mijn vader was na de scheiding in Kenia gebleven. Daar kon ik opnieuw vrij zijn en zo bleven ook mijn herinneringen aan Afrika beter bewaard.”
Ook de mensen in België waren anders, zeker in een stad als Antwerpen waar het Vlaams Belang erg succesvol is. “Wat mij het meeste opviel is dat de mensen minder open en sociaal zijn. Wanneer je op straat de mensen groet of gewoon naar ze lacht, wordt je al vreemd bekeken. Dat is niet zo in Afrika. En ook het racisme is een feit. Ik weet nog dat ik vroeger een fervente schaatser was. Op de schaatsbaan werd ik verliefd op een jongen, maar hij wou niet met mij schaatsen omdat ik anders was. Kinderen kunnen soms echt gemeen zijn tegen elkaar. Ook later kreeg ik nog wel eens verwijten naar mijn hoofd geslingerd, maar ik heb geleerd mij erover te zetten. Wanneer je je niet als slachtoffer gedraagt en je er gewoon niks van aantrekt, laten mensen je met rust. Sommigen veranderen zelfs van mening.”
Ondertussen is Karoline al helemaal aangepast aan ons landje, maar enkele gewoontes heeft ze nog niet afgeleerd. “Ik kom altijd te laat! Maar de mensen hier zijn ook altijd zo gehaast. Chill, alles komt wel goed. Ook aan enkele Congolese gerechten kan ik nog altijd niet weerstaan. Pondu (maniokbladeren) vind ik heerlijk, maar de meeste mensen hier vinden het te bitter. Ook kip met moambe is heel lekker. Wanneer we thuis Congolees koken, is er altijd veel te veel. Dan neem ik alle restjes mee naar huis en eet ik er nog weken van! Eigenlijk is dat allemaal niet zo gezond hoor, veel te vettig.” De Afrikaanse muziek is niet meer zo aanwezig na al die jaren. “Vroeger luisterde ik veel naar Congolese muziek. Papa Wemba, Zaiko Langa Langa,… Dat zijn echte iconen . Door veel te verhuizen ben ik de meeste cd’s ondertussen kwijtgeraakt.”
En dan schakelde ze maar over op hip hop.
donderdag, april 19, 2007
Congolese bondscoach vliegt buiten
De Congolese voetbalbond heeft zijn bondscoach ontslagen. De voorzitter van de bond neemt het de Franse bondscoach Noël Tosi (foto) kwalijk dat hij details over de lonen van de spelers naar de pers heeft gelekt. Bovendien zou Tosi te vaak in Frankrijk zijn en zou hij de Congolezen uit de technische staf weren. Gaston Tchangana volgt hem op.
Bron: Sporza
maandag, april 16, 2007
Tropisch instituut houdt Congo wakker
Aids, Malaria en Tuberculose: de bekende problemen van het Afrikaanse continent. Maar heeft u ooit al gehoord van Slaapziekte? Deze vaak vergeten ziekte sluimert al eeuwen door Afrika en maakt jaarlijks duizenden dodelijke slachtoffers. Het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde doet reeds meerdere jaren onderzoek naar nieuwe bestrijdingsmaatregelen voor slaapziekte in Congo.
Slaapziekte wordt veroorzaakt door een parasiet, genaamd Trypanosoom. Deze parasiet wordt van mens tot mens overgezet door de tseetseevlieg. Na jaren van sluimerende infectie en ziektesymptomen zoals gezwollen klieren, tast de parasiet de hersenen aan waardoor de patiënt in coma geraakt. Vandaar wordt deze ziekte ook wel “de slaapziekte” genoemd.
De ziekte moet worden bestreden op twee vlakken: enerzijds door het controleren van de tseetseevlieg waardoor de transmissie wordt doorbroken, anderzijds door behandeling van de patiënten. Door opsporing en vroege behandeling van de patiënt kan worden voorkomen dat de ziekte de hersenen aantast en onbehandelbare schade toebrengt.
“Wij houden ons hoofdzakelijk bezig met de patiënten.” Vertelt Bioloog Philippe Büscher van het Tropisch Instituut. “Van 1997-2000 deed het ITG twee soorten onderzoek naar Slaapziekte in Congo. Enerzijds werkten we rond stadiumbepaling: als bij een patiënt slaapziekte wordt vastgesteld, moeten we meteen kijken of de parasiet al in de hersenen zit. Dat doen we met een lumbaalpunctie. Deze techniek is zeer moeilijk en is aan verbetering toe.
“Anderzijds deden we onderzoek naar combinatietherapie,” Gaat Büscher verder, “Medicijnen tegen slaapziekten zijn heel giftig en het idee was om de bijwerkingen van die medicijnen te verlagen door combinatietherapie toe te passen die maakt dat je minder van elk medicijn moet toedienen, waardoor de bijwerkingen gecontroleerd kunnen worden.
“Vroeger werkte het Tropisch Instituut in de provincies rond slaapziekte maar sinds 2000 hebben ze hun vaste stek in Kinshasa. Daar werken we samen met het Nationaal Instituut voor Biomedisch Onderzoek en het Nationaal Programma voor de Strijd tegen Trypanosomiase. In samenwerking met de locale onderzoekers, hebben we kunnen aantonen waar de mensen in Kinshasa besmet geraakt zijn en dus ook waar de Tseetseevliegen zitten. Momenteel zijn we nog bezig met het controleren van varkenshouderijen aan de rand van de stad om te zien of daar ook haarden zitten. Door de haarden op te sporen en de Tseetseevliegen te bestrijden, kan besmetting van mensen worden gestopt”.
Omwille van de uitbreiding van de ziekte in Congo zijn de activiteiten rond slaapziekte weer sterk opgevoerd. In Mbuji-Mayi, de diamantstad van Congo, heeft het ITG een goed draaiend hospitaal waar wetenschappelijk onderzoek loopt. Er is ook een nieuw project gestart met rondrijdende labo’s die van het ene dorp naar het andere trekken. Dit zijn maar een paar voorbeelden.
“Het grote probleem van slaapziekte is de diagnose. De ziekte wordt in het beginstadium meestal niet erkend omdat men denkt aan malaria en in een later stadium wordt het verward met aids. De klinische symptomen zijn eigenlijk weinig specifiek. Eén van onze taken is om diagnostische testen te ontwerpen die het mogelijk maken om dat onderscheid te zien.” Aldus Büscher.
“Om slaapziekte klein te krijgen, moet je de tseetseevlieg uitroeien. Dat gebeurt al op plaatsen met woestijnvorming en waar de bush gekapt werd. In sommige landen bestrijdt men de Tseetseevlieg met insecticide. Al bij al niet erg ecologisch.”
Een milieuvriendelijkere methode maakt gebruik van vliegenvallen speciaal ontworpen voor de bestrijding van de tseetseevlieg. De nieuwste methode is het uitzetten van steriele mannetjes in de natuur.
“Eén van de kenmerken van de tseetseevlieg is dat de wijfjes maar één keer in hun leven copuleren. Ze slaan het sperma op en met dat sperma kunnen ze heel hun leven larven uitstoten . Als je dus in een populatie mannetjes loslaat die steriel zijn, kan je op die manier de tseetseevlieg uitroeien. In Zanzibar heeft men deze techniek met succes toegepast. Ondanks de enorm hoge kostprijs gaat men nu proberen hetzelfde programma ook in andere landen toe te passen” aldus Büscher.
In de jaren 1960, op het einde van de koloniale periode, was Congo er in geslaagd om slaapziekte zo goed als uit te roeien door de combinatie van behandeling van patiënten en de bestrijding van de Tseetseevlieg. Door oorlogsomstandigheden en armoede is de ziekte de laatste jaren weer enorme verspreid. Wetenschappers van het Tropisch Instituut in Antwerpen leveren een belangrijke bijdrage aan de strijd tegen slaapziekte door hun toegepast onderzoek. Hierdoor krijgen vele mensen in centraal Afrika een gezond parasietenvrij leven waar iedereen recht op heeft, en hopelijk krijgt men, door deze gezamenlijke inspanning de epidemie terug onder controle.
Slaapziekte wordt veroorzaakt door een parasiet, genaamd Trypanosoom. Deze parasiet wordt van mens tot mens overgezet door de tseetseevlieg. Na jaren van sluimerende infectie en ziektesymptomen zoals gezwollen klieren, tast de parasiet de hersenen aan waardoor de patiënt in coma geraakt. Vandaar wordt deze ziekte ook wel “de slaapziekte” genoemd.
De ziekte moet worden bestreden op twee vlakken: enerzijds door het controleren van de tseetseevlieg waardoor de transmissie wordt doorbroken, anderzijds door behandeling van de patiënten. Door opsporing en vroege behandeling van de patiënt kan worden voorkomen dat de ziekte de hersenen aantast en onbehandelbare schade toebrengt.
“Wij houden ons hoofdzakelijk bezig met de patiënten.” Vertelt Bioloog Philippe Büscher van het Tropisch Instituut. “Van 1997-2000 deed het ITG twee soorten onderzoek naar Slaapziekte in Congo. Enerzijds werkten we rond stadiumbepaling: als bij een patiënt slaapziekte wordt vastgesteld, moeten we meteen kijken of de parasiet al in de hersenen zit. Dat doen we met een lumbaalpunctie. Deze techniek is zeer moeilijk en is aan verbetering toe.
“Anderzijds deden we onderzoek naar combinatietherapie,” Gaat Büscher verder, “Medicijnen tegen slaapziekten zijn heel giftig en het idee was om de bijwerkingen van die medicijnen te verlagen door combinatietherapie toe te passen die maakt dat je minder van elk medicijn moet toedienen, waardoor de bijwerkingen gecontroleerd kunnen worden.
“Vroeger werkte het Tropisch Instituut in de provincies rond slaapziekte maar sinds 2000 hebben ze hun vaste stek in Kinshasa. Daar werken we samen met het Nationaal Instituut voor Biomedisch Onderzoek en het Nationaal Programma voor de Strijd tegen Trypanosomiase. In samenwerking met de locale onderzoekers, hebben we kunnen aantonen waar de mensen in Kinshasa besmet geraakt zijn en dus ook waar de Tseetseevliegen zitten. Momenteel zijn we nog bezig met het controleren van varkenshouderijen aan de rand van de stad om te zien of daar ook haarden zitten. Door de haarden op te sporen en de Tseetseevliegen te bestrijden, kan besmetting van mensen worden gestopt”.
Omwille van de uitbreiding van de ziekte in Congo zijn de activiteiten rond slaapziekte weer sterk opgevoerd. In Mbuji-Mayi, de diamantstad van Congo, heeft het ITG een goed draaiend hospitaal waar wetenschappelijk onderzoek loopt. Er is ook een nieuw project gestart met rondrijdende labo’s die van het ene dorp naar het andere trekken. Dit zijn maar een paar voorbeelden.
“Het grote probleem van slaapziekte is de diagnose. De ziekte wordt in het beginstadium meestal niet erkend omdat men denkt aan malaria en in een later stadium wordt het verward met aids. De klinische symptomen zijn eigenlijk weinig specifiek. Eén van onze taken is om diagnostische testen te ontwerpen die het mogelijk maken om dat onderscheid te zien.” Aldus Büscher.
“Om slaapziekte klein te krijgen, moet je de tseetseevlieg uitroeien. Dat gebeurt al op plaatsen met woestijnvorming en waar de bush gekapt werd. In sommige landen bestrijdt men de Tseetseevlieg met insecticide. Al bij al niet erg ecologisch.”
Een milieuvriendelijkere methode maakt gebruik van vliegenvallen speciaal ontworpen voor de bestrijding van de tseetseevlieg. De nieuwste methode is het uitzetten van steriele mannetjes in de natuur.
“Eén van de kenmerken van de tseetseevlieg is dat de wijfjes maar één keer in hun leven copuleren. Ze slaan het sperma op en met dat sperma kunnen ze heel hun leven larven uitstoten . Als je dus in een populatie mannetjes loslaat die steriel zijn, kan je op die manier de tseetseevlieg uitroeien. In Zanzibar heeft men deze techniek met succes toegepast. Ondanks de enorm hoge kostprijs gaat men nu proberen hetzelfde programma ook in andere landen toe te passen” aldus Büscher.
In de jaren 1960, op het einde van de koloniale periode, was Congo er in geslaagd om slaapziekte zo goed als uit te roeien door de combinatie van behandeling van patiënten en de bestrijding van de Tseetseevlieg. Door oorlogsomstandigheden en armoede is de ziekte de laatste jaren weer enorme verspreid. Wetenschappers van het Tropisch Instituut in Antwerpen leveren een belangrijke bijdrage aan de strijd tegen slaapziekte door hun toegepast onderzoek. Hierdoor krijgen vele mensen in centraal Afrika een gezond parasietenvrij leven waar iedereen recht op heeft, en hopelijk krijgt men, door deze gezamenlijke inspanning de epidemie terug onder controle.
woensdag, april 04, 2007
Vakbond & persvrijheid in congo
Donderdag 19 april komen Congolese vakbondsmensen een voordracht geven over de werking van de vakbond in Congo en de daarmee gerelateerde persvrijheid. Interview is al geregeld
Aanvang: 20u00 in ACV Boom
Aanvang: 20u00 in ACV Boom
Abonneren op:
Reacties (Atom)





